Het aantal huiseigenaren met risico op een restschuld na de verkoop van hun huis, is flink gedaald. Het gaat dan specifiek om woningbezitters die in het verleden een aflossingsvrije hypotheek hebben afgesloten. Dat heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bekend gemaakt.
Veel aflossingsvrije hypotheken lopen tussen 2033 en 2038 af. Als de waarde van het huis op dat moment niet hoger is dan de (aflossingsvrije) hypotheek, kan de lening niet worden afgelost. Verder is het maar de vraag of de huiseigenaar op dat moment een nieuwe hypotheek mag afsluiten die hoog genoeg is.
Maar het aantal huishoudens dat in de gevarenzone zit, is sinds begin 2020 met bijna tweederde afgenomen van bijna 600.000 naar ruim 200.000. Dat komt onder andere doordat de huizenprijzen in de afgelopen jaren flink omhoog zijn gegaan. Daardoor is de kans een stuk kleiner dat een woningbezitter zijn huis met verlies verkoopt.
Ook de campagne die de AFM samen met onder andere hypotheekverstrekkers heeft gevoerd, heeft bijgedragen aan deze ontwikkeling. In die campagne werden huiseigenaren aangespoord om af te lossen of hun aflossingsvrije hypotheek om te zetten naar bijvoorbeeld een annuïteitenhypotheek, waarbij de lening wel wordt afbetaald.
Sinds 2013 zijn de regels voor aflossingsvrije hypotheken veel strenger. Zo kan de rente niet meer worden afgetrokken bij de belastingaangifte. Verder mag de bank nooit meer dan 50% van de waarde financieren met een aflossingsvrije hypotheek. Voor huiseigenaren met een aflossingsvrije hypotheek die is afgesloten voor 2013, geldt een overgangsregeling. Zij mogen de rente die ze betalen maximaal dertig jaar aftrekken.
Heeft u een vraag over dit artikel? Is – een deel van – uw huis gefinancierd met een aflossingsvrije hypotheek en twijfelt u of u actie moet ondernemen? Als uw vertrouwde hypotheekadviseur helpen wij u graag. Neem gerust contact met ons op voor een afspraak.