Hoewel het percentage daalt, is nog steeds 56% van de zorgverzekerden in ons land aangesloten bij een zorgcollectiviteit. Nu de collectiviteitskorting op de basisverzekering per 2023 is vervallen, wordt de meerwaarde veel meer gezocht in aanvullende diensten en extra ondersteuning op het gebied van vitaliteit en preventie. Op de aanvullende verzekeringen zijn collectiviteitskortingen overigens nog wél mogelijk.
Kenmerken
Zorgcollectiviteiten worden meestal aangeboden aan groepen verzekerden met gelijksoortige kenmerken. Werkgeverscollectiviteiten zijn hiervan het meest sprekende voorbeeld, maar ook doelgroep-collectiviteiten komen veel voor, bijvoorbeeld specifiek gericht op ouderen. Er kan – als zo’n zorgcollectiviteit voldoende potentieel qua aantallen deelnemers heeft - dan heel gericht invulling worden gegeven aan het inzetten van voor die groep relevante preventieve zorg.
Bij het ontwerpen van zo’n programma kun je bijvoorbeeld rekening houden met factoren zoals leeftijd, gezondheidstoestand, soort werk, werkbelasting en thuissituatie. Het periodiek evalueren of er bijstellingen nodig zijn is wel van belang. Als een groot deel van de werknemers gestopt is met roken, kan een gerichte “stoppen-met-roken”-interventie wellicht worden vervangen door een andere dienst of interventie, bijvoorbeeld “gezond eten”.
Gezondheidsbeleid
Het juist en gericht inzetten van een collectiviteit met de juiste preventieprogramma’s (denk aan een leefstijlcheck, persoonlijk gezondheidsbudget of mentale fitheid) kan leiden tot het beperken van verzuim en arbeidsongeschiktheid en daarmee de WIA-instroom beperken. Op die manier is de zorgcollectiviteit een mooi verlengstuk van het gezondheidsbeleid van je onderneming of je vereniging.
Je adviseur kent de weg richting zorgverzekeraars en weet welke verzekeraar wanneer bereid is om hieraan mee te werken. In de laatste maanden van het jaar oriënteren mensen zich op hun zorgverzekering, dus zorg dat je collectiviteit tijdig is ingericht én gecommuniceerd.
